De laatste vijftig jaar zijn er enorm veel ontwikkelingen geweest op computer- en elektronicagebied. Ik ga je aan de hand van een serie artikelen meenemen door die periode vol ontwikkelingen, vreemde uitvindingen, verdwenen merken en nog veel meer. Vandaag in deel 1 van De geschiedenis van de pc: van IBM 5150 tot de moderne ultrabook.
In 1981 begon een digitale revolutie met de introductie van de IBM 5150: de eerste personal computer zoals wij die vandaag kennen. Ruim veertig jaar later zijn laptops dunner dan een tijdschrift en krachtiger dan supercomputers van toen. In die vier decennia heeft de personal computer zich ontwikkeld van een puur functioneel hulpmiddel tot een onmisbaar, stijlvol en krachtig onderdeel van ons dagelijks leven. En dat is mede te danken aan de voortdurende rivaliteit én inspiratie tussen marktleiders zoals IBM, Microsoft en Apple.
Toen IBM in augustus 1981 de 5150 presenteerde, kwam de personal computer plotsklaps in de gratie in het bedrijfsleven. Hoewel er eerder al personal computers bestonden – met name de Apple II uit 1977 – was IBM’s entree een erkenning dat de microcomputer volwassen was geworden. De 5150 beschikte over een Intel 8088-processor en draaide op PC-DOS 1.0, een variant van het door Microsoft geleverde MS-DOS. Het systeem was tekstgebaseerd, met een zwarte achtergrond en witte tekens, en vereiste kennis van commando’s. Toch was het voldoende om een revolutie te starten, vooral door IBM’s beslissing om standaardcomponenten te gebruiken, wat leidde tot een ware explosie aan IBM-klonen.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik op mijn werk mijn eerste echte IBM-compatibele pc kreeg. Wat een luxe. Ik had daarvoor gewerkt met een Kaypro met van die 5 ¼ floppydisks (180 kB!) als opslagmedium. Nu had ik ineens een XT met een 8086-microprocessor en een harde schijf van maar liefst 20 MB groot. Zoveel opslagcapaciteit, dat kreeg je van je leven niet vol, dacht ik toen nog. En jaren later werd mijn werkpaard een AT met een 80286-microprocessor en een 40 MB harddisk. Totaal belachelijk, vond ik dat in die tijd. In al die jaren dat ik de XT gebruikte, was de harde schijf nog niet eens half vol. Waarom dan een verdubbeling?
Ondertussen zat Apple allerminst stil. Al in 1983 bracht het bedrijf de Apple Lisa uit, de eerste computer met een commerciële grafische gebruikersinterface (GUI), gebaseerd op werk dat Apple had overgenomen van Xerox PARC. Hoewel de Lisa geen succes werd, zette het de toon voor wat in 1984 zou volgen: de Apple Macintosh. De Mac maakte de muis, vensters en pictogrammen toegankelijk voor gewone gebruikers, lang voordat Windows populair werd. De beroemde 1984-reclame waarin Apple zich positioneerde als de opstandige uitdager tegenover het Big Brother-imago van IBM, zette de toon voor decennia van concurrentie tussen beide kampen.
Microsoft bracht in 1985 Windows 1.0 uit: een grafische schil bovenop MS-DOS die in veel opzichten leunde op de ideeën die Apple al had geïmplementeerd. Pas met Windows 3.0 (1990) en vooral Windows 3.1 (1992) kwam er echte tractie. Gebruikers konden nu multitasken tussen programma’s, gebruikmaken van TrueType-lettertypen en profiteren van een visueel aantrekkelijkere interface. Deze versies legden het fundament voor de opmars van de computer in huishoudens en scholen.
In 1995 zette Microsoft een grote stap met Windows 95. Het introduceerde het Startmenu, de Taakbalk en de overgang naar een 32-bits architectuur. Windows werd hiermee volwassen, terwijl Apple op dat moment worstelde met verouderde technologie en een krimpende markt. In de jaren die volgden verschenen Windows 98, Windows ME en Windows XP, met XP als robuuste mijlpaal die jarenlang de standaard bleef.
Apple daarentegen hervond zichzelf pas écht met de terugkeer van Steve Jobs in 1997 en de introductie van Mac OS X in 2001, gebaseerd op Unix. De stabiele en stijlvolle interface van OS X, gecombineerd met de minimalistische hardware van de nieuwe iMacs en later de MacBook, bood een alternatief dat vooral creatieve professionals wist te bekoren. De lancering van de Intel-Mac’s in 2006 – waarmee Apple overstapte naar dezelfde processorfamilie als de pc – verkleinde de kloof verder, terwijl Microsoft ondertussen Windows Vista lanceerde, een visueel ambitieus maar problematisch systeem.
Windows 7 herstelde het vertrouwen van gebruikers, met snelheid en stabiliteit als kernpunten. Windows 8 (2012) maakte de controversiële stap richting een touch-georiënteerde interface – mede onder druk van tablets zoals Apple’s iPad – maar werd door desktopgebruikers met gemengde gevoelens ontvangen. Microsoft corrigeerde dit met Windows 10 en introduceerde in 2021 Windows 11, dat inspeelt op de moderne hybride werkwereld, met een gecentreerde taakbalk, integratie van virtuele desktops en verbeterd vensterbeheer.
Intussen had Apple met de MacBook Air (2008) het tijdperk van de ultrabook mee in gang gezet: dunne, elegante en efficiënte laptops. Deze vormfactor werd opgepikt door fabrikanten als ASUS, Dell en HP en vormde de nieuwe standaard voor mobiele computers. De lancering van Apple’s eigen M1-chip in 2020 – waarmee het afstand nam van Intel – gaf de Mac opnieuw een technologische voorsprong in efficiëntie en accuduur.
Vandaag zijn zowel pc als Mac geëvolueerd tot krachtige, gestroomlijnde werkpaarden die geschikt zijn voor een breed scala aan toepassingen. Windows en macOS bestaan naast elkaar en beïnvloeden elkaar nog altijd. Van de DOS-prompt tot cloudgebaseerd werken en AI-integratie, van de floppydisk tot de M.2 SSD – het landschap is onherkenbaar veranderd, maar de wortels liggen in de pioniersgeest van de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw.
Ruim veertig jaar na de IBM 5150 en de originele Macintosh is de personal computer nog steeds springlevend – en veelzijdiger dan ooit. Of je nu werkt op een razendsnelle ultrabook met Windows 11 of een fluisterstille MacBook Air met M3-chip, je ervaart de erfenis van ruim vier decennia technologische innovatie, concurrentie en visionaire keuzes. De pc is niet dood – hij is volwassen geworden.
Marco Mekenkamp is eindredacteur van PC-Active. Dit 108 pagina's tellende magazine verschijnt elke twee maanden en is te koop in de winkel. Leden van HCC krijgen PC-Active zes keer per jaar thuisgestuurd als onderdeel van het HCC-lidmaatschap. Reageren op dit artikel? Stuur een mailtje aan marcom@hccnet.nl